Deel 1. Over de A van Autonomie.

Het moet van binnen komen…

Hij moet het wel zelf willen…

Als zij niet intrinsiek gemotiveerd is, gaat zij het toch niet doen…

Zo maar een paar uitspraken die ik regelmatig hoor van consulenten of leidinggevenden. Het idee leeft dat motivatie iets magisch is. Iets dat er wel of niet is, waar je van afhankelijk bent en waar je weinig invloed op hebt. Best lastig als je in het sociaal domein werkt en een van je taken is om mensen te motiveren en activeren. Want hoe doe je dat dan?

Twee onderzoekers, Deci en Ryan hebben een heel praktische theorie ontwikkeld. Zij beschreven dat mensen pas sterk gemotiveerd zijn en kunnen groeien als aan drie psychologische basisbehoeften is voldaan. De drie basisbehoeften die alle mensen, ongeacht achtergrond of cultuur, gemeen hebben. Je kunt dus de motivatie van de ander versterken als je je hier bewust op richt. Ik beschrijf ze hieronder en laten daarna zien hoe dat er praktisch uitziet in een gesprek.

A: Autonomie: Invloed hebben op het eigen leven en keuzevrijheid ervaren.

B: Betrokkenheid of verbinding: Erbij horen, ergens onderdeel van zijn.

C: Competentie: Het vertrouwen in eigen kunnen hebben, zelfvertrouwen hebben.

Autonomie is de behoefte van ieder mens om eigen keuzes te maken en invloed te hebben op hoe en wat en waarom iets je doet. Als je cliënten begeleidt naar een beter leven is het belangrijk dat zij hun eigen doelen kunnen bepalen en zelf invulling kunnen geven aan het hoe. Dit kan je doen door regelmatig te benadrukken dat iemand keuzes heeft. Geen adviezen geven maar nieuwsgierig zijn en doorvragen. De wetten en kaders geven verplichtingen, en maakt dat mensen dingen moeten. Het woord ¨Moeten¨ geeft bij veel mensen een anti-reactie. De autonomie is dan in het geding. En daardoor neemt de motivatie af en komt er weerstand omhoog. Hoe verbind je de behoefte aan autonomie met de kaders? Het helpt als je bij de invulling bij veel van deze eisen iemand zelf laat kiezen hoe hij dat invult.

Voorbeelden van Autonomie in gesprekken:

  • Het geven van keuzes: Wat wilt u in dit gesprek in ieder geval bespreken?
  • Samen de gespreksonderwerpen bepalen: Dit zijn de onderwerpen op de agenda die ik wil bespreken. En dit de onderwerpen die u wilt bespreken. Waar wilt u mee beginnen?
  • Vraag toestemming voor je met een onderwerp begint: Vindt u het goed als we….?
  • Benadruk de keuzevrijheid: U bepaalt zelf of deze oplossing bij u past of niet.

In onze trainingen Motiverende gespreksvoering en stress-sensitieve gespreksvoering leer je deze principes vertalen naar jouw gesprekken. Zodat het voor jou voortaan ook een A,B,C´tje is om je cliënt te motiveren!

Neem voor maatwerktrainingen hier contact op met Joyce Bakker.

Bron: Deci, E.L. Ryan, R. M. ( 2018) Self-detemination Theory.

Werken in het publieke en sociale domein betekent dat je werkt binnen kaders; de wet- en regelgeving. En tegelijkertijd is het je opdracht om mensen te motiveren en activeren. Daarin is het versterken van zijn autonome motivatie leidend, onder andere door samen te werken met je cliënt en zijn autonomie ruimte geven. Dat lijkt tegenstrijdig, maar dat hoeft het niet te zijn. De kunst zit in de combinatie van die twee. Duidelijk informeren mét behoud van de relatie.

Deze combinatie vraagt om enerzijds heel duidelijk te informeren over de kaders, de werkwijze, verwachtingen, mogelijkheden en onmogelijkheden van je dienstverlening. Je schetst als het ware het speelveld waarop jullie aan het werk gaan. Tegelijkertijd bouw je continue aan de samenwerkingsrelatie; door aan te sluiten bij je cliënt en motivatie te ontlokken.

In je gesprek helpt het dan als je voor een neutrale positie kiest. Dus niet: “Jij moet je aan deze regels houden” want dan zet je jezelf tegenover de ander. En dat verstoort de relatie en roept alleen maar weerstand op. Maar wel: ¨Dit is wat er van jou verwacht wordt in deze situatie, en laten we eens samen kijken wat dat voor jou betekent.¨

Je bent dan glashelder en je kiest ervoor om hierin als het ware naast je cliënt te staan. Zodat je niet tegenover elkaar staat, maar sámen kijkt naar wat er op tafel ligt, naar het speelveld. Binnen de kaders van dat speelveld zoek je dan naar zo veel mogelijk keuzevrijheid voor je cliënt. Vaak zeggen we het WAT staat vast, dat zijn de wetten en de kaders, daar valt meestal niet aan te tornen. Maar het HOE, hoe je het gaat invullen, daar zijn verschillende mogelijkheden voor en daar heeft je cliënt de keuze.

Het speelveld staat vast, en óp het speelveld is kun je samen met je cliënt kijken wat het beste bij hem past. Deze twee combineren voelt soms als balanceren en vraagt heel wat oefening; Richt je je voornamelijk op de kaders, dan raak je je cliënt snel kwijt. Richt je je voornamelijk op de relatie, dan is er wel een fijn gesprek maar helaas leidt dit vaak niet tot het gewenste resultaat. De kunst is om beide te verenigen, om daar de balans in te vinden: duidelijk op de kaders en zacht op de relatie.Dan voer je een eerlijk én motiverend gesprek, en daar help je de ander het meeste mee.

Wil jij ook leren hoe je dit doet in de praktijk? Volg dan de training Motiverende gespreksvoering of neem hier contact op met Joyce Bakker voor maatwerkadvies.

 

Voordat we kennis hadden over het effect van schaarste was de aanname in het sociaal domein: ¨Als je arm bent dan kan je iets niet. En dan heb je dus iets te leren.¨

De kennis van de invloed van schaarste laat zien dat het niet een gebrek aan vaardigheden is maar dat het ligt aan de omstandigheden: Mensen kunnen het vaak wel, maar nu even niet doordat acute problemen voorrang eisen. We zien dan ook vaak dat armoede nog gezien wordt als een menselijk tekort, in plaats van gebrek aan geld. Veel hulpverleners denken dat cliënten dan met geld om moet leren gaan. En dus moeten mensen met schulden verplicht op een cursus Omgaan met geld waarin geleerd wordt om de administratie op orde te brengen en te bezuinigen. Of iemand die een uitkering aanvraagt moet verplicht naar Leren solliciteren, ongeacht of hij wel of niet deze vaardigheden heeft.

Nu kan zo’n cursus best bijdragen. Maar een belangrijke voorwaarde voor een cursus die positief werkt is minder stress; er is voldoende bandbreedte nodig om te kunnen leren. Rust en ruimte in het hoofd dus. En daarvoor moeten eerst de grootste problemen zijn opgelost. Alleen op cursus sturen zorgt vooral voor extra stress en levert vragen op als:

´Hoe moet je ernaartoe? Het kost weer € 5,60 voor de bus

´Wat moeten de kinderen in die tijd? Daar is geen kinderopvang voor. ´

´Wat moet ik nou in dit groepje terwijl mijn gedachten alleen maar bezig zijn met piekeren
over de rekeningen van deze maand

Als er voor een cursus gekozen wordt, moet de cliënt daaraantoe zijn en de voorwaarden, zoals geld voor het openbaar vervoer en oppas voor de kinderen moeten geregeld zijn. Pas dan kan het ook pas werkelijk wat opleveren. Is dat niet zo, dan kan de cursus de vicieuze cirkel versterken in plaats van oplossen.

Dit is een van de principes van de stress-sensitieve aanpak waar je je cliënten verder mee helpt.

Wil je ook leren hoe jij je gesprekken effectiever voert? Klik hier voor een training of neem hier contact op met Joyce Bakker. En leer hoe stress inwerkt op het brein en doorwerkt in het gedrag en de keuzes van mensen. Krijg beter contact met je cliënt en boek meer voorgang in je gesprekken.

Vrijwel alle hulpverleners komen ze tegen: cliënten die steeds vaker dingen vergeten, moeite hebben om in actie te komen, of om – eenmaal in actie –, vol te houden en door te zetten.

Daarnaast zijn er cliënten die het lastig vinden om hun impulsief gedrag te reguleren, of het nu gaat om hun emoties of impulsaankopen. Dit gedrag wordt vaak uitgelegd als ongemotiveerd. Het stempel ‘Ongemotiveerd’ of ‘Niet-Willen’ is dan snel gegeven.

In de afgelopen jaren is er veel wetenschappelijke kennis beschikbaar gekomen over de impact van chronische stress op gedrag. Mede dankzij de neurowetenschappen is in het publiek en sociaal domein duidelijk geworden dat chronische stress eraan bijdraagt dat inwoners minder goed worden in toekomst- en doelgericht gedrag.

De stresssensitieve aanpak houdt daarbij rekening met de gestapelde en langdurig stress die ontstaat door schulden, armoede en andere problemen. Dat kan tijdelijk vragen om wat meer ondersteuning in die periode van gestapelde stress.

Wanneer stress vermindert kan je cliënt gevolgen van keuzes beter overzien (financieel en sociaal) en zal de behoefte aan beloningen (om even aan de misère te ontsnappen) minder worden.

Doordat je cliënt meer ademruimte krijgt ontstaat er meer ruimte om zaken aan te pakken, zijn leven op de rit te brengen en na te denken over vervolgstappen.

Dat perspectief geeft weer zin en motivatie voor de toekomst!

Wil je ook leren hoe jij je cliënt hierin het beste ondersteunt en je gesprekken effectiever voert? Klik hier voor een training of neem hier contact op met Joyce Bakker.

En leer hoe stress inwerkt op het brein en doorwerkt in het gedrag en de keuzes van mensen. Krijg beter contact met je cliënt en boek meer voorgang in je gesprekken.

In iedere gemeente zijn mensen die dreigen buiten de boot te vallen. Gemeenteambtenaren, vrijwilligers, sociaal werkers en andere professionals in het publiek en sociaal domein doen hun best mensen verder te helpen.

Goede stress-sensitieve gesprekken en coaching helpen mensen aantoonbaar verder. De cliënt wordt sterker, krijgt weer overzicht over zijn leven en kan stap voor stap zijn problemen aanpakken en zijn leven weer op de rit brengen. Met meer motivatie en met meer zelfvertrouwen.

Voor de professional levert de stress-sensitieve aanpak meer voldoening en werkplezier op. De organisatie merkt dat er minder uitval is, er minder no-shows zijn, dat trajecten korter duren en vaker duurzaam effect hebben. En de gemeente of andere organisatie die het werk financiert stelt vast dat er met beschikbaar gestelde middelen meer bereikt wordt. De stress-sensitieve aanpak levert meer resultaat op.

De stress-sensitieve gespreksvoering bestaat uit 3 fases:

FASE 1

De eerste noodzakelijke taak van de hulpverlening is om de grootste zorgen weg te nemen. Denk aan voorkomen dat een huisuitzetting doorgaat, een uitkering aanvragen, zorgen dat iemand gas en licht houdt, de deurwaarders on hold zetten en een veilige thuissituatie creëren. Eventueel toegang tot de voedselbank regelen en zorgen dat er ontbijt is voor de kinderen. Dat geeft rust. Rust en ademruimte om verder te kijken. Dit noemen we stabiliseren.

FASE 2

Als die ergste acute nood is opgelost, is het belangrijk de stress verder te verlagen. Door heldere brieven te sturen en te helpen met de ingewikkelde post van andere instanties. De gevolgen van de stress normaliseren en de schaamte verminderen. Dit noemen we verstevigen.

FASE 3

Pas dan is er ruimte om je cliënt te ondersteunen om zijn denk en doe vermogen te vergroten: leren omgaan met het korte lontje, plannen en organiseren, naar de toekomst kijken zodat hij zijn leven weer op de rit kan brengen. Dit noemen we Opbouwen.

Deze drie fasen zijn volgordelijk, maar de grenzen zijn niet glashelder. En in het echte leven loopt het door elkaar. Er kan altijd een aanleiding zijn om weer terug te grijpen op het Fundament. Dan ga je de samenwerking versterken, de relatie verstevigen en/of Stabiliseren, waarin je een noodsituatie oplost.

Wil je ook leren hoe jij de kennis over stress-sensitieve aanpak integreert en je gesprekken effectiever voert? Klik hier voor een training of neem hier contact op met Joyce Bakker. En leer hoe stress inwerkt op het brein en doorwerkt in het gedrag en de keuzes van mensen. Krijg beter contact met je cliënt en boek meer voorgang in je gesprekken.

Mensen met geldzorgen hebben voortdurend het gevoel achter de feiten aan te lopen en in
veel opzichten is dat ook zo. Als je de eindjes niet meer aan elkaar kan knopen, de boel niet
rond krijgt, dan denk je daar de hele tijd aan. Dat geeft stress.

Door stress gaat het brein functioneren in de overlevingsstand – de stress-stand.

Dat zorgen direct invloed op de hersenen hebben blijkt uit onderzoek. De stress leidt tot
minder activiteit in de prefrontale cortex. En die activiteit heb je nou net nodig bij het stellen
en bereiken van doelen.

Door de stress is iemand dus bezig de problemen van vandaag op te lossen. Maar om
schulden of andere complexe problemen op te lossen heb je juist een lange adem nodig. Dat
leidt tot de paradox:

De functies die je zo hard nodig hebt om uit de problemen te komen heb je onvoldoende
ter beschikking door de problemen.

Een gebied dat door stress juist actiever wordt is de orbito-frontale cortex. Vanuit dit gebied
komt het gevoel of iets prettig is of niet. En komen de signalen die voelen als beloning of
straf.

Het gevolg hiervan is dat die nieuwe jas, een lekker wijntje, gebakje, sigaretje en natuurlijk
die grote tv extra aantrekkelijk zijn. Jezelf belonen wordt nog belangrijker dan voor mensen
die geen (geld)stress hebben.

Het is als even ontsnappen uit de voortdurende stress.

Wat kun je hier nou mee in jouw praktijk, in jouw gesprekken? In de stresssensitieve
aanpak leer je hoe je jouw cliënt het beste helpt om voorbij de paradox te komen en zijn
leven weer op de rit te brengen.

Wil je ook leren hoe jij je gesprekken effectiever voert? Klik hier voor een training of neem hier contact op met Joyce Bakker.

Volg deze 6 stappen en merk hoe Motiverende gespreksvoering Stresssensitief werken versterkt.

In het sociaal domein sluit je natuurlijk aan bij je cliënt en zijn motivatie.
En tegelijkertijd werk je binnen kaders; wettelijke of beleidskaders. Want soms heb je gewoon volgende week die papieren nodig, anders is de termijn verstreken of krijgt de klant een boete. En dat is een lastige combinatie. Want hoe combineer je die twee nou? Hoe ben je én motiverend én duidelijk over de kaders in het sociaal domein?

Volg deze 6 stappen eens:
Dit zijn de 6 stappen van Motiverend advies en informatie geven;

Stap 1: Mag ik u wat vertellen over de gevolgen als de aangifte volgende week niet gedaan is?

Stap 2: Wacht op toestemming

Stap 3: Vraag; Wat weet u al over de deadline van de belastingdienst? zonodig: vul aan of corrigeer.

Stap 4: Leg de termijn en de gevolgen van overschrijding kort en bondig uit.

Stap 5: Vraag wat het met je client doet en reflecteer daarop: “De belastingdienst maakt zelf ook enorme fouten en ze verwachten wel dat wij alles op tijd inleveren”

Stap 6: Vraag wat je client nodig heeft om het voor elkaar te krijgen. Voorbeeldvragen: Hoe gaat u dit aanpakken? Is het haalbaar? Wie of wat kan helpen?

De conclusie: Stop dus met waarschuwen voor boetes, dat maakt dat je tegenover elkaar komt te staan. En waarschuwen heeft meestal een averechts effect en vermindert de motivatie. Met deze 6 stappen blijf je én in gesprek en je bent duidelijk over de kaders: veel prettiger.

Wil je hier meer over weten? Klik hier of neem hier contact op met Joyce Bakker.

Wat levert deze aanpak jou op? Laat het ons weten.

Het niet verschijnen op afspraken zonder af te zeggen, no-show, is een veel voorkomend probleem in het sociaal domein. Het kost de organisatie veel geld en het heeft een negatief effect op het traject van de cliënt. Dat moet anders en beter dus!

Hoe kan je gedragskennis inzetten om no-show te verminderen en eigenaarschap in het sociaal domein te vergroten?  Onderzoeksbureau Duwtje.com geeft 5 belangrijke tips die eenvoudig te implementeren zijn.

TIP 1: De afspraak binnen 1 week; Cliënt spreekt zo snel mogelijk iemand van de gemeente.

Iemand die een bijstandsuitkering aanvraagt doet dat niet voor niets. Die heeft hiervoor een urgente reden die stress oplevert. Van veel stress daalt ons IQ. We worden -tijdelijk- minder slim. En als een cliënt íets nodig heeft in dit traject is het wel de beschikking over zijn volledige cognitieve vermogens. De dienstverlening moet er dan ook op gericht zijn om de stress te verlagen.

TIP 2: Plan samen met je cliënt de afspraak; Cliënt en gemeente bepalen samen datum en tijdstip van de afspraak

De gemeente stuurt een brief en de gemeente bepaalt. Deze afhankelijkheid van de gemeente creëert vaak een afhankelijke en soms passieve houding bij de cliënt.

Dit terwijl we juist mensen in de actie willen krijgen.

Het is dan ook veel beter om de afspraak sámen met de cliënt te bepalen. Dit appelleert aan de behoefte aan autonomie, vergroot het eigenaarschap en maakt dat mensen eerder in beweging komen.

TIP 3: Plan de afspraak kort op elkaar; Korte tijd tussen plannen afspraak en afspraak zelf (maximaal een week)

Er gebeurt van alles in een mensenleven… De motivatie en bereidheid kan in de spreekkamer groot zijn en eenmaal thuis kan er van alles gebeuren waardoor die motivatie naar de achtergrond verschuift. Dus houdt de verbinding en smeed het ijzer als het heet is.

TIP 4: Stuur je cliënt 24 uur van te voren een sms´je om te herinneren; Stuur cliënt een herinnering van de afspraak

Het leven is druk. En een afspraak raakt snel ondergesneeuwd in de waan van de dag. Dat is geen teken van weinig motivatie maar eerder een teken van veel stress. Door 24 uur van tevoren een herinnering via sms te sturen, ondersteun je je cliënt en zorg je dat hij de afspraak beter onthoudt.

TIP 5: Kies een plek waar je cliënt zich op zijn gemak voel;  Fysieke afspraken vinden plaats in een privacygevoelige ruimte.

Een omgeving waar mensen rondlopen en het persoonlijke verhaal kunnen horen vergroot de stress. Door een plek met voldoende privacy en een prettig contact wordt de stress minder. De cliënt gaat uit de overleefstand en krijgt meer beschikking tot zijn cognitieve vermogens.

Het hele onderzoek lezen? Klik hier!

Meer weten over trainingen? Bijvoorbeeld Motiverende gespreksvoering in het sociaal domein of stress-sensitief werken? Klik hier!

De belangrijkste tip om te zorgen dat je gesprekspartner in actie komt.

Ken je dat? Je bent in gesprek met een cliënt en je hebt het gevoel dat jij het hardste aan het werk bent… Je merkt dat je steeds harder gaat werken in het gesprek, je bent aan het trekken en het lijkt soms wel op sleuren aan de ander. Je voelt dat je weinig bereikt op deze manier. Je cliënten komen niet in beweging, blijven passief, stilletjes en volgzaam.

Als je je hier bewust van bent, heb je al veel gewonnen. Het helpt om dan van binnen even stil te staan ( dat kan gewoon tijdens het gesprek) en jezelf de volgende vragen te stellen:

  1. Wie van ons leunt het meest naar voren?
  2. Wie van ons straalt de meeste energie uit?
  3. Wie van ons is het meeste aan het woord?

Is je antwoord drie keer IK?

Dan is het tijd om het om te draaien en te zorgen dat je cliënt meer in de actiestand komt. Een eenvoudige manier om dit te bereiken is om zelf letterlijk iets achter over te leunen, iets naar achter te gaan. Jij gaat úit de actiestand. Een tip is om met je rug tegen de leuning te gaan zitten.

Je zult merken dat de ander als vanzelf wat naar voren komt. Hij krijgt meer ruimte in het gesprek en wordt uitgenodigd om zich actiever op te stellen. En dat vergroot weer zijn intrinsieke motivatie. Hij komt ín de actiestand. Zo eenvoudig kan het soms zijn.

Wil je dit ook leren toepassen in je gesprekken en jouw cliënt meer áán zetten? Dan past de training Motiverende gespreksvoering goed bij je. Klik hier voor meer informatie.

Of neem hier contact op met Joyce Bakker voor een advies gesprek over maatwerk trainingen.

 

Je bent professional en je hebt een aantal zaken te bespreken met je client. Natuurlijk wil je het zo gelijkwaardig maken maar toch merk je dat je cliënt wat afhaakt, dat jij harder aan het werk bent dan hij en dat hij wat passief is het gesprek zit, als of het niet helemaal van hem is…

Wat werkt daarin wel?

In Motiverende gespreksvoering maken we gebruik van ´Motiverend agenda´ bepalen: een manier om gezamenlijke agenda te maken en om te zorgen dat beide partijen betrokken zijn en eigenaarschap voelen.

Motiverend agenda bepalen

 

Stap 1. Teken op een A4´tje een aantal verschillende rondjes. Leg dat A4´tje tussen jullie in op tafel.

 

Stap 2. Stel samen de agenda op en vraag wat je gesprekspartner graag wilt bespreken: ¨Ik wil het met je hebben over solliciteren. Wat wil jij vandaag op de agenda?¨

 

Stap 3. Maak een overzicht van de agendapunten. Schrijf elk onderwerp in een eigen cirkel. Zo heb je een overzicht gemaakt.

 

Stap 4. Vraag aan je cliënt met welk onderwerp hij wil beginnen.

 

Stap 5. Rond dit onderwerp af en schrijf de actiepunten op het papier tussen jullie in.

 

Stap 6. Het volgende punt bepaal je dan weer samen.

 

 

Tip!

Als er te veel punten voor dit gesprek op de agenda staan bepaal je eerst samen de prioriteit en bepaal je samen welke punten de volgende keer aan bod komen.

 

Extra tip!

Ieder mens heeft behoefte aan autonomie, wil zelf bepalen. De autonomie ervaren is een belangrijk deel van intrinsieke motivatie. Je versterkt dan ook de intrinsieke motivatie als je tijdens jullie gesprek van tijd tot tijd toestemming vraagt.

 

Dat kan er zo uitzien:

¨Vind je het goed als we nu samen gaan kijken naar je sollicitatie?¨

 

 

Wil je ook leren gesprekken te voeren waarin je de intrinsieke motivatie van de ander versterkt? Dan is Motiverende gespreksvoering echt iets voor jou. Klik hier voor meer info over de training.

Of neem hier contact op met Joyce Bakker voor maatwerk aanbod.